relatie
met
Reijer Jansz , zn. van Jan Reijersz en N2 Rutgers ,
geb. te Blaricum; Koptienden Eerste: 1640-81,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1681-67,
, -
REIJER JANSZ
Blaricum Koptienden (1640-81 1681-67):
1640-81: v. Lambert Cornelisz 4 cop 3/4
- v. VADER Jan Reijersz 1 Spt 2 cop
- Situatie: 1 Spt 6 cop 3/4
1662-77: v. Jan Reijersz 4 cop 1/2
- Situatie: 2 Spt 3 cop 1/4
1677-69: op Rutger Rutger Jan Reijertsz 5 cop 1/2
- Situatie: 1 Spt 5 cop 3/4
1678-69: op Gerrit Jansz Snijder 2 cop 3/4
- Situatie: 1 Spt 3 cop
1681-67: op Peter Gerbertsz 1 Spt 3 cop
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 36; 10-01-1669: Compareerden voor Schepenen tot Laren, Pieter Lambertsz, Tijmen Jaob Gerritsz voor haar selve, Isaack Mathijsz als vooght over de kinderen van Otto Lambertsz en Thomas Jacobsz Henvliet gerquireerde
voor Reijer Jan Reijersz ter eenre en Reijer Lubbertsz als weduw-man van Geertien Lambertsz sijne geweesene huijsvrouw ter andere sijde..
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 61; 09-12-1669: Laren; Schepenen accorderen het versoeck van Reijer Jansz en Jan Jansz Oomen over Rutger Rutgersz onmondig kint van Rutger Jansz, nevens Tonis Jansz Rutten en Marten Jacobsz Mets gerechtelijcke
vooghden de administratie van het vrsz minderjarige kintd goedt bij te wonen
-
SAGV155.2-3235, Folio 169-170; 17-11-1670: (Moeilijk leesbaar) Compareerden ter Secretarie van Blaricum Pieter Lambertsz Bol, Timen Jacob Gerritsz en Lambert Reijersz mitsgaders Reijer Jansz als vader en vooghdt van Neeltge Reijers en noch de
voornoemde Timen Jacob Gerritsz als vooghdt van de onmondige kinderen van Otto Lambertsz te samen erfgenamen van Geertge Lamberts als namentlijck de voornoemde Pieter Lambertsz Bol en Timen Jacob Reijers??? elck voor 1/4 part Lambert Reijersz
en Neeltgen Reijers te samen voor 1/4 part en de kinderen van Otto Lambertsz te samen 't resterende 1/4 part en verclaerden sij comparanten aen gaende de erfenisse van de voornoemde Geertgen Lambertsz soo als deselve en haer gedeelt was tegens
Reijer Lubbertsz weduwenaer van de selve geschift en gescheijden te sijn in de maniere als volght dat namentlijck .. volgt verdeling van gronden
-
SAGV155.2-3227-blz. 58-60 24-01-1678:Schepenen van Laren en Blaricum betreffende gemeene crediteuren van den boedel van Jan Jan Reijertsz verclaren dat, rekening houdend met de dootschulden, dat geprefereert sal wesen het weeskint van
Marritgen Bastiiaens met de somme van f 150,- sijnde de helft van een obligatie bij Reijer Jansz
- Item d'erfgenaemen van Elbert Lambertsz Vos volgens obligatie een som van f 260,-
- Item Pieter de Frenery als erffenaem van sijn moeder Anna Harmensz mette helft van een som van f 500,- van een obligatie gepasseert bij Willem Jansz Vos, waer voor Jan Jan Reijertsz en Jan Jansz Vos haer als borgen gestelt hadden
- Item het weeskint van Steffen Leeuwen met de helft van een som van f 900,- volgens schult bij Grietgen Jans weduwe van Jan Rutgersz en waarvoor Jan Jan Reijertsz en Lambert Tijmensz als borge hadden gestelt
- Item d'erffgenaemen van Hendrick Willem Heijnen met de som van f 400,-
- Item Suijsje Claes Weduwe van Roel Meeuwisz met de helft van een som van f 78:11:8 ter sacke van block thiende gepaght bij Willem Jansz Vos waer voor als borge gestelt hadden Roel Meeuwisz en Jan Jansz Reijerrsz, enz.
Uit deze relatie:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lambert | 1 | 2 | |||||
2 | Neeltje | 2 | 3 |